Wat een aantal zaken sterker maakt is eigen onderzoek.
Hoewel de politie het sporen onderzoek doet kan hierop niet worden vertrouwd. Ga er niet blind vanuit dat datgene wat door de politie vastgesteld word ook de waarheid is. Politieagenten zijn mensen en maken ook fouten. Eenmaal vastgelegde fouten zijn niet of slechts zeer moeilijk weer ongedaan te maken. Het is daarom zaak deze fouten te weerleggen en het eigen onderzoek zo snel mogelijk te starten.
Bij het uitvoeren van eigen onderzoek moet het onder andere het volgende in acht genomen worden :
- U bent geen opsporingsambtenaar.
- U mag niet voorwenden een opsporingsambtenaar te zijn, u heeft derhalve geen dwangmiddelen om verklaringen te verkrijgen.
- U mag geen eigen recht toepassen.
- Wees terughoudend met het verstrekken van gevonden informatie aan de politie, anders dan gevraagd.
- Door de ontbrekende status van opsporingsambtenaar is de gevonden informatie niet ‘wettig en overtuigend”, immers u heeft geen gelofte afgelegd.
- Door de inbreng van eigen onderzoeksresultaten in het politie onderzoek kan de verdediging op vrijspraak aansturen onder “inmenging” waardoor het politiële onderzoek niet meer objectief is.
Het eigen onderzoek.
- Feiten : maak kopieën van correspondentie en mail verkeer.
- Feiten : maak foto’s van de toestand van de woning na de inval en ruiming
- Feiten : stel een lijst op van de schade (laat deze eventueel door een deurwaarder waarmerken)
Dan volgt een moeilijker onderzoek :
- Buurt onderzoek : vraag buurtbewoners naar ervaringen met de wietkweker.
- Neem een getuige mee tijdens de gesprekken.
- Ontlastende verklaringen zijn ook verklaringen, en kunnen wellicht zich geven op verdachten die minder in zicht komen.
- Wees open en eerlijk, zonder reeds bekende informatie vrij te geven. Daardoor is elke verklaring op zich zelfstaand en niet aan een andere verklaring te koppelen.
- Hou rekening met sociaal wenselijke reacties, mensen willen vaak graag helpen en laten zich (onbewust) leiden door de vraag stelling en houding van de vragensteller.
- Stel open vragen bij onduidelijkheden.
- Stel vast of feiten ook bij andere vragen nog steeds vast staan. (Borgen van reeds verkregen informatie).
- Denk daarbij aan de volgende vragen :
- Wie ?
- wat ?
- waar ?
- wanneer ?
- redenen van wetenschap (hoe weet iemand iets ? “Ik hoorde / Ik zag / Ik rook ” is duidelijker dan “Ik weet”)
- Neem eventueel het gesprek op met een memorecorder, of een mobiele telefoon. Meld aan de gesprekspartner dat het gesprek opgenomen wordt en laat de betrokkenen zich voorstellen. Dit vergemakkelijkt het later uitwerken van het gesprek.
- Vraag of de gesprekspartner bezwaar heeft om als getuige te worden gehoord in de strafrechtelijke of civiel rechtelijke procedure.
- Wees kritisch naar de verkregen informatie en gesprekspartners.
Maak eventueel gebruik van de downloadable formulieren op de downloadsectie. Ze zullen tijdens de gesprekken gemakkelijk als geheugensteun dienen of als checklist te gebruiken zijn.